31-07-2012

Verkeerde woorden?

In de tweede editie van de Turing gedichtenwedstrijd belandde een van mijn inzendingen in de toptwintig en mocht ik een avond doorbrengen op een onmogelijk zittend designstoeltje op een podium in de Amsterdamse stadsschouwburg. Huub van der Lubbe las het gedicht voor en dat deed hij goed.

Later dat jaar nam ik het gedicht op in Vleugels van cement. In de eerste drukproef waren veel regels verkeerd afgebroken, ook in deze 'Verkeerde woorden'. Dat had verholpen kunnen worden, maar ik voorzag dat de bladspiegel er dan niet mooier op zou worden. Ik sloeg aan het herschrijven en merkte tot mijn verbazing - en lichte ontzetting - dat ik in dit gedicht en in nog een stuk of vier andere niet alleen zonder veel moeite een aantal woorden, zinsdelen en zinnen kon schrappen en veranderen, maar ook dat de gedichten daar beter of in elk geval niet slechter door werden.
Neem van mij aan dat ik streng ben op mijn teksten. Voeg daarbij dat alle gedichten uit de bundel behalve langs mijn kritische blik ook langs die van een aantal anderen waren gegaan, waaronder niet de minsten in het vak. En weet dat iets nooit af is en je soms tegen de verdrukking in tot iets beters kunt komen.
Voor de prijsuitreiking heb ik op verzoek van de NTR een filmpje gemaakt waarop ik het gedicht voordraag - en waaruit blijkt dat de wereld veel bespaard is gebleven doordat ik geen cineast ben geworden. Op dat filmpje gebruik ik natuurlijk nog de oude tekst. Hieronder staat de huidige. Hoor je de verschillen?

Verkeerde woorden 

Het is zo’n dag waarop alleen verkeerde woorden
samen met hem opstaan, zich uitrekken, pontificaal
voor hem gaan staan. “Weet je nog wat er gebeurde
toen je ons gebruikte?” Hij weet het weer.

Het eerste uur vraagt nog niet veel, misschien
kan hij het in de waan laten dat alles bij het oude is.
Hij acht de kans niet groot, zo’n uur is ook niet gek.
Voordat het om is heeft het hem al drie keer uitgelachen.

Oké, nu geen paniek. Er is niets wat je niet kent.
Streep alles door in je agenda. Telefoon eruit,
de bel af. Kruip weer in bed, dekens over je hoofd.

Het bloed dat in zijn oren gonst. Het vloekt, het scheldt.

Hij is hier niet, neuriet een wijsje dat nog niet bestaat.
Het helpt, verdomd, het helpt. Kan het zo simpel zijn?

Bedenk een lettergreep en nog een. Proef ze. Pas ze.
Zeg a – e – i – o – u en steek je tong uit. Grijns.