Drie dichters stuurden eerder dit jaar een gedicht met het thema 'Op drift' aan twee of drie beeldend kunstenaars, die er - los van elkaar of samenwerkend - op reageerden in een kunstwerk. Drie andere dichters maakten elk met een beeldend kunstenaar samen één werk. In vier korte voorstellingen in november werden de gedichten voorgedragen (door de dichters zelf, door acteurs en in één geval door een beeldend kunstenaar) en reageerden dansers improviserend op de teksten en de beelden. In dit album vind je een verslag in foto's en hieronder lees je mijn bijdrage, met daaronder foto's van de reacties daarop van beeldend kunstenaars Susan de Kruiff en Gerrie Brust Bijmolt.
OP DRIFT
als je maar zou weten waar het was gaan schuiven
hoe wat grond onder je voeten leek, het fundament
van wat je zonder twijfelen je leven noemde –
waar dacht je aan toen je daar stond en uitkeek
over alles zonder veel te zien?
er moeten tekenen geweest zijn
want het ging schuiven, niets bleef waar het was
er stak een storm van mensen op, hersens op drift
een lavabrij van gaan en achterblijven
en altijd heb je op je taal vertrouwd
het woord was jou gegeven – het slaat dood
op monden die je wikkelen in schraperige klanken
of je weer kind bent en de codes nog moet leren
loop je in een mist van niets meer weten
het begin van wijsheid, gonst er in je hoofd
o god, je hoofd. o god, je voeten. o god, je taal
Susan de Kruiff, zonder titel |
Gerrie Brust Bijmolt, Niets bleef waar het was |
Gerrie Brust Bijmolt, Schraperige klanken |